Tropenjaren, zo worden de eerste jaren met kinderen genoemd. Wij zitten er middenin. Volgens de Van Dale betekent een tropenjaar figuurlijk ‘een bijzonder zwaar, slopend jaar’. Dit klinkt wel weer erg negatief. Is het zwaar en slopend? Licht en makkelijk is het niet nee, maar om het nu alleen de kenmerken ‘zwaar’ en ‘slopend’ te geven, doet deze tijd ook tekort vind ik. Het is ook zeker een mooie tijd. In deze tropenjaren werd onze derde geboren. “Een derde doe je er gewoon even bij”, hoorde en las ik wel eens. Is dat wel zo?
Fascinerend vind ik het, maar het is ook logisch te verklaren. Wanneer je voor het eerst moeder (of vader) wordt, kun je voor een baby zorgen als best druk ervaren. Je hele leven staat op z’n kop, je hebt er ineens een grote verantwoordelijkheid bij. Alles is nieuw. Je bent nog volledig onervaren en moet alles nog ontdekken. Ik spreek uiteraard ook uit eigen ervaring, ruim vier jaar geleden. Toen twee jaar daarna zoon nummer twee in ons gezin kwam, schreef ik over de overgang van één naar twee. Ook die wordt vaak als pittig ervaren. En ik kon dat beamen. Ineens moet je je aandacht verdelen. Dat lukte soms heus wel. Maar op de momenten dat ze beide tegelijkertijd aandacht vroegen, zat ik wel eens met mijn handen in mijn haar. En ik dacht: goh, hoe kon ik één baby druk vinden?
Je groeit erin mee. Bij een tweede baby weet je wat je te wachten staat. Je hebt het al een keer meegemaakt. Maar waar je bij een eerste nog wel meerdere momenten op een dag voor jezelf hebt, is dat bij twee wel anders. Laat staan bij drie… Want “doe je die derde er gewoon even bij”? Je bent nog weer meer ervaren en daardoor waarschijnlijk ook relaxter. Ook ik moet toegeven dat ik de verandering van één naar twee zwaarder vond dan van twee naar drie. Drukker is het echter wel. En ook nu heb ik weer die momenten gehad, dat de oudste op school was en ik dacht: twee jaar geleden had ik op zo’n ochtend ook een peuter en baby en vond ik het zwaar; nu vind ik het juist rustig.
Helemaal achter de bewering “een derde doe je er gewoon even bij” sta ik dus niet. Nu zal het vast niet helpen dat onze drie kids vrij dicht op elkaar zitten qua leeftijd. Toen Marte werd geboren, hadden we drie kinderen onder de vier. We zitten inderdaad volop in die tropenjaren, met nog twee kinderen in de luiers en nauwelijks ‘doorslaapnachten’: er wordt altijd wel eentje wakker. Gelukkig wordt Jurre steeds zelfstandiger; hij moet ook wel. Sybren doet graag Jurre na en probeert ook meer en meer zelf te doen. En Marte is gewend dat ze niet bij elke kik aandacht kan krijgen. Laatst hadden we een moment waarop ze alle drie laat in de avond tegelijk aan het huilen waren. De oudste een nachtmerrie, helemaal in paniek en de jongste twee die hiervan wakker schrokken. We waren met z’n tweeën en de middelste ging gelukkig gelijk weer slapen; toch besef je dan wel dat je ze nooit alle drie tegelijk de volle aandacht kunt geven.
Hoewel deze tropenjaren zeker niet makkelijk zijn, genieten we wel. Van een kleuter die nu hij naar de basisschool gaat alweer zoveel (niet alleen in lengte) is gegroeid, van een peuter die volop begint te praten en onze komiek blijkt en van een vrolijke baby die langzaam maar zeker in het huis op ontdekkingstocht gaat.
“Een derde doe je er gewoon even bij.” Eigenlijk heb ik een hekel aan deze zin. Ik besef dat zo’n zin kwetsend kan zijn, voor (wens)ouders die niet (makkelijk) kinderen kunnen krijgen. Het voelt ook bijna een beetje denigrerend naar onze jongste toe: ach, we doen jou er gewoon even bij. Dat is natuurlijk niet zo. We zijn dankbaar dat we drie kinderen mochten krijgen en we doen onze uiterste best om ze alle drie liefdevol groot te brengen.
Moai beskreun en ynteressant om te witten hoe dasto der tsjin oan sjochst en fjilst. Ik bin benijd hoe dat by ús sil gean wêze.
Groetnis, Lisanne