Er is code rood afgegeven in Nederland. Alle alarmbellen van het KNMI zijn afgegaan. Er wordt ons afgeraden om de weg op te gaan want het stormt flink. Wij zitten binnen en Jurre vermaakt zich even zelf. Hij kijkt geen journaals, nieuws via Twitter en vindt de radio alleen prachtig als er muziek op is. Als zijn blik op het raam valt, weet hij het zeker. Hij wil naar buiten en heit gaat mee. Weer of geen weer, naar buiten is bij Jurre code groen.
Buiten is het prachtig. Als het geregend heeft zijn er plassen waar je in kunt stampen. Jurre is echt een buitenjongetje en dat stimuleer ik graag. Ook als dat betekent dat we misschien wel tientallen keren hetzelfde doen. Stoep op, stoep af, stoep op, stoep af. Een aanloopje nemen, de stoep ‘afspringen’, een rondje draaien en nog een keer. En nog een keer. Als afwisseling soms even verstoppertje spelen bij het huisje en schaterlachend achter heit aanlopen. Zijn oogjes glimmen, ook al kan hij zich door de harde wind soms nauwelijks staande houden en is het inmiddels zachtjes begonnen met regenen.
Het is aan het eind van de ochtend en Jurre wordt wat vermoeider. De regen houdt aan en er is niemand op straat. Als Jurre valt en met een natte broek verder de stoep op en af gaat, vind ik het bijna wel genoeg geweest. Hij nog niet. Niet veel later valt hij wat harder en doet hij zich zeer. Nu is het echt tijd om naar binnen te gaan, om erger te voorkomen. De broek gaat op de kachel, de natte gezichten worden afgeveegd en na een lunchpauze valt Jurre voldaan in slaap.
Dit keer hadden we onze schoenen aan, bij de laarzen wordt het nóg leuker. Dan banjeren we samen door het hoge gras of stampen we door de plassen in de achtertuin. Jurre zijn broek is kletsnat en vies. Ach, de wasmachine draait wel! En als we niet buiten zijn? Dan zijn we lekker binnen. Door het speelgoed uit de bak te gooien en deze om te draaien, hebben we een stoep in huis. Hoe mooi is dat! De klimfase houdt aan. Binnen, maar het liefst natuurlijk: buiten.