Langzaam klimt hij op het trappetje van het speelhuisje naar boven. Met ingehouden adem kijk ik hem aan. Komt dit goed? Zal hij niet vallen? Dat trappetje is toch best wel hoog? Wat als hij nu op z’n hoofd valt? Wanneer hij boven staat, kijkt hij me lachend aan. Ik blaas weer uit en kijk trots naar die kleine grote jongen. Ruim een jaar zijn we nu ouders, maar eigenlijk wist ik het al voordat ik moeder werd. Dat loslaten zou voor mij moeilijk worden.
Ik heb maar vast een ‘eentje’ achter de titel gezet, want er zullen ongetwijfeld meer blogs over dit onderwerp volgen. Want als ik nadenk over de komende twintig jaar, dan gaan we nog vele loslaatmomenten meemaken: naar de peuterschool, naar de basisschool, alleen fietsen, naar de middelbare school, de eerste keer op stap, uit huis gaan… Het begon natuurlijk allemaal al bij het losknippen van de navelstreng en de eerste keer naar de oppaspakes en –beppes en de kinderopvang. Daar had ik verrassend genoeg weinig moeite mee.
Nee, het is de klimfase die ik behalve leuk ook moeilijk vind. En ik weet: een kind leert met vallen en opstaan. Dat moet ook. Ik las eens: “Een gezond kind heeft een pleister op z’n knie.” Bovendien ben ik moeder van een jongetje. Een jongetje dat vast gaat klimmen in bomen, stoeien met vriendjes, ravotten in het park. Een jongetje dat vast vaak met schaafwonden en blauwe plekken thuis zal komen. Ik vind ook dat dat moet kunnen. Maar dat betekent niet dat ik het makkelijk vind. Het is die constante worsteling tussen gevoelsmatig hem tegen alles willen beschermen en verstandelijk weten dat ik hem los moet laten. Dat ik niet de enige ben die hiermee worstelt bewijst de veelbesproken SIRE-campagne: ‘Laat jij jouw jongen genoeg jongen zijn?’ In de campagne zijn beelden te zien van jongens die spelen, vallen, stoeien en risicovolle acties ondernemen. Beelden waar ik nog niet echt vrolijk van word, maar ook acties die ik onze jongen zeker niet wil onthouden.
Het liefst behoed ik onze zoon voor pijn. Maar ik weet ook dat pijn bij het leven hoort. Dat hij moet leren omgaan met pijn. Uiteraard zal ik hem troosten, die pleister plakken. Door los te laten krijgt hij de kans om te leren en zich te ontwikkelen. Dat zal gaan met vallen en opstaan. Niet alleen hij, maar ook ik. Want soms betrap ik me erop: dat ik z’n hand vasthoud als ik denk dat hij dreigt te vallen. Daarmee ben ik eigenlijk al in mijn opvoeden ‘gevallen’. Ik geef hem immers de kans niet om het zelf te proberen. Misschien was hij niet eens gevallen! Loslaten heeft alles te maken met vertrouwen. Daarom zit ik nu heerlijk in een tuinstoel, een paar meter van het speelhuisje. Halverwege het trappetje, oei, daar stapt hij mis en valt hij op z’n pamperkont in het gras. Ik blijf zitten. Even denkt hij na om vervolgens weer op te staan en het opnieuw te proberen. Eenmaal boven laat hij één hand los en zwaait vrolijk naar me. En ik? Ik zwaai vrolijk terug!
Herkenbaar Anita. Helaas heb je die genen van mij. Ik ben nog steeds aan het leren, maar het gaat….Enneh….jij bent er al bewust mee bezig, dat scheelt
Prachtig Anita!
Dat loslaten…is inderdaad een dingetje! Ik ben er ook helemaal niet goed in! De kunst is om het je kinderen niet te laten merken en dat je ze niet belemmerd in het kind zijn! Go for it!
Mooi geschreven Anita! 🙂